november

Een stille Getuige.

‘Zo verliet dan de vrouw haar watervat….’

                                                                                                                                 (Johannes 4:28a)

Teruggekeerd van vakantie gaat menigeen aan de slag om in een fotoalbum of plakboek de herinneringen aan de reis een plaats te geven: een suikerzakje, een ticket of een foto van de vakantiegangers bij een toeristische plaats. Het zijn de stille getuigen van enkele weken vakantie. Zo is het watervat van de Samaritaanse vrouw ook wel een stille getuige genoemd. Het is niet voor niets dat het de Heilige Geest behaagd heeft dit detail te melden in Johannes 4. Je zou er zo maar aan voorbijgaan. Maar nee, heel duidelijk krijgt het een plaats in de vermelding van de ontmoeting van de Heere Jezus met de Samaritaanse vrouw. Net zoals het in het begin van deze geschiedenis al vermeld werd dat het geen samenloop van omstandigheden was dat deze ontmoeting plaats vond. Er bestaat geen toeval. Hij, de Heere Jezus, moest door Samaria gaan. Daar ligt een Goddelijk moeten aan ten grondslag. Het was nodig. Waar de Joden doorgaans met een grote boog om het gebied van de Samaritanen heen gingen, ging de Heere er dwars doorheen. Het moest van God de Vader, het was nodig om een verloren schepsel te redden van het verderf, waarin ze zichzelf gestort had. Nodig om haar te trekken uit de duisternis tot Zijn wonderbaar Licht. Daarom was het nodig dat de Heere met deze vrouw in gesprek ging. Daarom is het ook nodig dat de Heere tot u Zijn Woord richt. Dat wij mensen met Zijn Woord geconfronteerd worden. De waterkruik van de Samaritaanse vrouw getuigt van haar vreemde wandel. Als die kruik, die ze daar bij de Jacobsbron laat staan, eens kon spreken … Nu, ze kan spreken, want we lezen in Johannes 4 welke geschiedenis eraan verbonden is. Met dit watervat was deze vrouw naar de bron gegaan om water te putten. Maar dat deed ze op het heetst van de dag als geen sterveling het in z’n hoofd haalt om met een kruik op pad te gaan. Om zoveel mogelijk nieuwsgierige blikken uit de weg te gaan. Als de mensen haar daar zouden treffen, zou ze het van hun gezichten hebben kunnen lezen: jij bent die vrouw die huist met een man zonder getrouwd te zijn. Eerst was je met die getrouwd, toen had je een ander en daarna weer een ander. Nee, liever voorkomt ze al die stekende blikken. Daarom gaat ze als ze zeker weet dat ze daar niemand zal treffen.

Onderwijs

De kruik die ze meegenomen had, is blijven staan na de ontmoeting met de Heere Jezus. Hij had haar gesproken over water uit aardse bronnen en levend water. Water dat Hij zou geven, dat bij Hem te vinden was. Dat water waar het haar om te doen was, zou ze steeds weer nodig hebben en toch zou ze voor eeuwig van dorst omkomen. Maar Zijn water zou in haar worden een fontein van water, springende tot in het eeuwige leven. Toen ze naar dat water ging verlangen, sprak de Heere haar echter aan op haar zondig leven. De Heere gaat haar tonen waar het verkeerd zit in haar leven. Ze loopt niet boos en verontwaardigd weg. Maar ze moet het toestemmen. Ze voelt haarscherp aan dat dit God Zelf is, Die haar leven blootlegt. Wat ze uit de weg wilde gaan, had ze nu juist hard nodig. Zo krijgt ze onderwijs over het aanbidden in geest en waarheid en over de Messias Die verwacht werd. Zo ging de Heere Zichzelf aan haar openbaren: “Ik ben het, Die met u spreek”.

Verlaten

Dan verlaat ze haar watervat. Ze maakt zich er los van. Ze distantieert zich ervan. Letterlijk en figuurlijk. Ze laat die kruik voor wat ze is. Nee, het gaat niet meer om dat water te putten, het gaat nu om veel belangrijker zaken. Ze moet de mensen van Sichar iets vertellen. Vertellen van dat grote wonder. “Komt, ziet een Mens Die mij gezegd heeft alles wat ik gedaan heb; is Deze niet de Christus?” Om Hem gaat het. Waar maakt u zich zo druk om? Waar ben jij altijd zo vol over? Waar draait het om in ons leven? Veel kerkmensen hebben in de ene hand de kruik en in de andere hand Gods Woord. God wat en de wereld wat. Maar …, zijn er ook in uw leven van die stille getuigen gekomen? Paulus zegt dat hij datgene wat hem vroeger gewin was, om Christus’ wil schade en drek heeft leren achten. Stille getuigen die zeggen: weg wereld, weg schatten, want gij kunt niet bevatten hoe rijk ik wel ben. Ik heb alles verloren, maar Jezus verkoren, wiens eigen ik ben. De Samaritaanse vrouw was zelf geen stille getuige meer. Wat voor haar nodig was, is ook voor haar plaatsgenoten onmisbaar nodig. “Komt”, zegt ze. Dat betekent eigenlijk: “Hierheen …, hier, bij Hem moet u wezen”. Zie op Hem, luister naar Zijn stem, buig voor Zijn Woord. Bij Hem zijn de woorden van het eeuwige leven. Hij weet raad met mensen die hun leven vergooien en vergooid hebben.

ds. A. van de Weerd