Samenvatting bij preek over HC Zondag 20
Met als Schriftlezing: Joh. 16 vers 5 – 15.
Inleiding
De beknoptheid over de Heilige Geest past eigenlijk bij hoe Hij is: Hij stelt Zichzelf niet in het middelpunt.
Thema en verdeling
‘De Heilige Geest’
1. Hij is waarachtig en eeuwig God
2. Hij is mij gegeven
1. Hij is waarachtig en eeuwig God
De Heilige Geest is de derde Persoon in het Goddelijk Wezen. Evenals de Vader en de Zoon is de Geest waarachtig en eeuwig God. Dus geen onpersoonlijke kracht. De Geest spreekt, Hij kan bedroefd worden, Hij getuigt, etc.
Hij is God, dus heeft de eigenschappen van God. Zoals: scheppen (Ps. 33) en herscheppen (Ezech. 36:27). De Heilige Geest is de ‘Levend-Maker’. Leg daar maar eens het visioen uit Ezech. 37 naast.
Hij is de Levend-Maker, en daarom heeft het zin om naar de kerk te komen. De werkplaats van….de Heilige Geest! …En daarom: eerbied in houding en kleding! God is het midden. Is dat besef er? De kerk is geen vrijetijdsplek.
Hij is God. Dat betekent ook: Hij is Goddelijke eer waardig.
Hij is God. Dat betekent ook: wij beschikken niet over Hem. Hij is soeverein.
Hij is waarachtig en eeuwig God tezamen met de Vader en de Zoon. Samen zijn ze de Drie-enige God. Kenmerkend voor de Geest is dat Hij meestal op de achtergrond werkt. Het gaat Hem niet om de bijzondere dingen die Hij zou kunnen bewerken, maar om het grote doel dat zondaren de volheid in Christus vinden.
Dus op de achtergrond, maar wel onmisbaar. Wat is nu echt het eígene van de Heilige Geest?
Twee woorden: Hij is de volmáker en Hij is de vólmaker (let op de klemtoon).
De Volmáker: Hij maakt het werk van de Heere helemaal af. De Geest brengt wat de Heere wil, tot doel. Tot bestemming. In het NT breekt dat helemaal door. Hij past het heil dat Christus verwierf toe in het hart. Dat doet de Geest door het Woord te gebruiken. Woord en Geest: de ‘twee lippen van God’.
De Vól-maker: Hij maakt vol wat leeg is. Hij doet delen in de volheid van God. ‘Stromen des levenden waters uit zijn buik zullen voortvloeien (Dit zeide Hij van de Geest, Die zij die in Hem geloofden, ontvangen zouden).’
2. Hij is mij gegeven
Gegeven. Dat wijst er op dat het een gave is. Je kunt het niet verdienen. Je mag er wel om vragen! (Luc. 11:13).
Ook mij gegeven? De Geest werkt in de gemeente. Werkt in op ons. Werkt ‘aan ons’. In de kerk betreed je Zijn werkplaats en dat merk je. Toch?!
Ervaringen en indrukken zijn niet genoeg. We dienen het echt persoonlijk te kunnen zeggen: ‘Hij is ook mij gegeven.’ De Heilige Geest werd ons al beloofd in de Doop. Werden wij er al om verlegen, om deze gave? Is er werkzaamheid met de belofte? Dat je de Geest nodig krijgt omdat je ontdekt vanuit je zelf zo ongelovig te zijn?
De Geest schenkt het geloof in Christus. Hoe? Door de verkondiging van het Woord. De Geest legt de band van het geloof. Hij legt een vertrouwen in het hart op Christus. Is de Heilige Geest mij gegeven? Welke vraag moet dan een antwoord krijgen? Of er het ware geloof in Christus is. Dat u zonder Hem niet kunt. Want dat doet de Geest. Dat is Zijn werk. Niet zonder Hem kunnen: dat blijft.
De Geest verbindt aan Christus en Zijn weldaden. Eerst Christus, dan de weldaden. Niet andersom en al helemaal niet: alléén de weldaden.
De Geest Zelf brengt ook Zijn weldaden mee. Denk maar aan de vrucht van de Geest (Gal. 5:22). De kernvraag is: door welke Geest worden wij geleid? Door Die van de Heere of die van de wereld?
De Heilige Geest is de Trooster. Trooster: dat is de Parakleet (in het Grieks). En dat betekent Advocaat, Pleitbezorger. Christus pleit in de hemel voor de Zijnen en de Geest doet dat in het hart van de gelovigen.
Wie heeft het roer in handen in jouw leven? Wie Hem need’rig valt te voet….
Vragen om over door te praten en/of voor persoonlijke bezinning
Voor de kinderen